Nederlands
Uitgebreide vertaling voor een gevolgtrekking maken (Nederlands) in het Zweeds
een gevolgtrekking maken:
een gevolgtrekking maken werkwoord (maak een gevolgtrekking, maakt een gevolgtrekking, maakte een gevolgtrekking, maakten een gevolgtrekking, een gevolgtrekking gemaakt)
-
een gevolgtrekking maken (concluderen; opmaken uit)
Conjugations for een gevolgtrekking maken:
o.t.t.
- maak een gevolgtrekking
- maakt een gevolgtrekking
- maakt een gevolgtrekking
- maken een gevolgtrekking
- maken een gevolgtrekking
- maken een gevolgtrekking
o.v.t.
- maakte een gevolgtrekking
- maakte een gevolgtrekking
- maakte een gevolgtrekking
- maakten een gevolgtrekking
- maakten een gevolgtrekking
- maakten een gevolgtrekking
v.t.t.
- heb een gevolgtrekking gemaakt
- hebt een gevolgtrekking gemaakt
- heeft een gevolgtrekking gemaakt
- hebben een gevolgtrekking gemaakt
- hebben een gevolgtrekking gemaakt
- hebben een gevolgtrekking gemaakt
v.v.t.
- had een gevolgtrekking gemaakt
- had een gevolgtrekking gemaakt
- had een gevolgtrekking gemaakt
- hadden een gevolgtrekking gemaakt
- hadden een gevolgtrekking gemaakt
- hadden een gevolgtrekking gemaakt
o.t.t.t.
- zal een gevolgtrekking maken
- zult een gevolgtrekking maken
- zal een gevolgtrekking maken
- zullen een gevolgtrekking maken
- zullen een gevolgtrekking maken
- zullen een gevolgtrekking maken
o.v.t.t.
- zou een gevolgtrekking maken
- zou een gevolgtrekking maken
- zou een gevolgtrekking maken
- zouden een gevolgtrekking maken
- zouden een gevolgtrekking maken
- zouden een gevolgtrekking maken
diversen
- maak een gevolgtrekking!
- maakt een gevolgtrekking!
- een gevolgtrekking gemaakt
- een gevolgtrekking makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor een gevolgtrekking maken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
slutföra | concluderen; een gevolgtrekking maken; opmaken uit | aanhouden; continueren; doorgaan; eindigen; ten einde zijn; verdergaan; vervolgen; voltooien; voortgaan; voortzetten |