Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dwalingen:
  2. dwaling:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dwalingen (Nederlands) in het Zweeds

dwalingen:

dwalingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dwalingen (misstappen)
    misstag; felsteg
    • misstag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • felsteg [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de dwalingen (vergissingen; misvattingen)
    misstag
    • misstag [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dwalingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
felsteg dwalingen; misstappen blunder; fout; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing
misstag dwalingen; misstappen; misvattingen; vergissingen abuis; blunder; blunders; dwaling; flaters; fout; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing

Verwante woorden van "dwalingen":


dwalingen vorm van dwaling:

dwaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de dwaling (afdwaling; afdwalen)
    förirrande; strövande; irrande
  2. de dwaling (abuis; fout; vergissing; misgreep; misslag)
    fel; misstag; synd
    • fel [-ett] zelfstandig naamwoord
    • misstag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • synd [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dwaling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fel abuis; dwaling; fout; misgreep; misslag; vergissing blaam; bug; defect; euvel; feil; fout; fouten; gebrek; gebreken; incorrectheid; machinedefect; mankement; mankementen; misstap; ongelijk; ongemakken; onjuistheid; onrecht; ontstentenis; onvolkomenheid; wanprestatie
förirrande afdwalen; afdwaling; dwaling
irrande afdwalen; afdwaling; dwaling dwaaltocht; omzwerving; zwerftocht
misstag abuis; dwaling; fout; misgreep; misslag; vergissing blunder; blunders; dwalingen; flaters; fout; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misstappen; misvattingen; misverstand; vergissing; vergissingen
strövande afdwalen; afdwaling; dwaling rondwandeling
synd abuis; dwaling; fout; misgreep; misslag; vergissing jammer; ondeugd; schroefbank; zedelijke slechtheid; zonde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fel abusief; doorelkaar; ernaast; fout; foutief; in de war; mis; onjuist; onwaar; ten onrechte; verkeerd
strövande dwalend
synd helaas; jammer; jammer genoeg; sneu; spijtig

Verwante woorden van "dwaling":