Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. durven:
  2. durf:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor durven (Nederlands) in het Zweeds

durven:

durven werkwoord (durf, durft, durfde, durfden, gedurfd)

  1. durven (riskeren; wagen; avonturen)
    våga; tordas; äventyra; riskera
    • våga werkwoord (vågar, vågade, vågat)
    • tordas werkwoord (torder, tordde, tordast)
    • äventyra werkwoord (äventyr, äventyrde, äventyrt)
    • riskera werkwoord (riskerar, riskerade, riskerat)

Conjugations for durven:

o.t.t.
  1. durf
  2. durft
  3. durft
  4. durven
  5. durven
  6. durven
o.v.t.
  1. durfde
  2. durfde
  3. durfde
  4. durfden
  5. durfden
  6. durfden
v.t.t.
  1. heb gedurfd
  2. hebt gedurfd
  3. heeft gedurfd
  4. hebben gedurfd
  5. hebben gedurfd
  6. hebben gedurfd
v.v.t.
  1. had gedurfd
  2. had gedurfd
  3. had gedurfd
  4. hadden gedurfd
  5. hadden gedurfd
  6. hadden gedurfd
o.t.t.t.
  1. zal durven
  2. zult durven
  3. zal durven
  4. zullen durven
  5. zullen durven
  6. zullen durven
o.v.t.t.
  1. zou durven
  2. zou durven
  3. zou durven
  4. zouden durven
  5. zouden durven
  6. zouden durven
diversen
  1. durf!
  2. durft!
  3. gedurfd
  4. durvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

durven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. durven (wagen)
    våga; ha mod; ta risken

Vertaal Matrix voor durven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ha mod durven; wagen
ta risken durven; wagen
våga durven; wagen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
riskera avonturen; durven; riskeren; wagen avonturieren; een gok wagen; gokken; inzetten; speelgeld inzetten
tordas avonturen; durven; riskeren; wagen aandurven
våga avonturen; durven; riskeren; wagen aandurven; avonturieren; inzetten; speelgeld inzetten
äventyra avonturen; durven; riskeren; wagen
- wagen

Verwante woorden van "durven":


Synoniemen voor "durven":


Antoniemen van "durven":


Verwante definities voor "durven":

  1. je niet door angst of onzekerheid laten tegenhouden1
    • Hij is niet bang, hij durft wel op de ladder.1

Wiktionary: durven

durven
verb
  1. ~ te de moed hebben iets te doen

Cross Translation:
FromToVia
durven våga; tordas; töras dare — to have courage
durven riskera; våga; äventyra; töras oser — Avoir la hardiesse, l’audace de dire, de faire quelque chose.

durven vorm van durf:

durf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de durf (moed; gewaagdheid; lef)
    mod; nerv
    • mod zelfstandig naamwoord
    • nerv [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor durf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mod durf; gewaagdheid; lef; moed dapperheid; kaalheid; koenheid; kranigheid; moed; onversaagdheid
nerv durf; gewaagdheid; lef; moed zenuw

Verwante woorden van "durf":


Wiktionary: durf


Cross Translation:
FromToVia
durf fräckhet gall — impudence or brazenness
durf mandom; mod abattage — Traductions à trier suivant le sens
durf djärvhet; fräckhet audacehardiesse excessif.
durf mandom; mod courage — Caractéristique de vaincre la peur, supporter la souffrance, braver le danger