Nederlands
Uitgebreide vertaling voor duisterheid (Nederlands) in het Zweeds
duisterheid:
-
de duisterheid (onduidelijkheid; duister)
Vertaal Matrix voor duisterheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mörker | duister; duisterheid; onduidelijkheid | deemstering; donker; donkerte; duister; duisternis |
otydlighet | duister; duisterheid; onduidelijkheid | dubbelzinnige opmerking; dubbelzinnigheid; uitlating met bijbetekenis |
Verwante woorden van "duisterheid":
Wiktionary: duisterheid
duisterheid vorm van duister:
-
duister (donker; verdacht; obscuur; dubieus; onguur; glibberig)
-
duister (sinister; onheilspellend; dreigend; huiveringwekkend; luguber)
-
duister (onverlicht; donker)
-
duister (onbetrouwbaar; verdacht; louche; onguur)
opålitligt; svekfull; svekfullt-
opålitligt bijvoeglijk naamwoord
-
svekfull bijvoeglijk naamwoord
-
svekfullt bijvoeglijk naamwoord
-
-
het duister (onbekendheid)
-
het duister (onduidelijkheid; duisterheid)
-
het duister (donker; duisternis)
Vertaal Matrix voor duister:
Verwante woorden van "duister":
Wiktionary: duister
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• duister | → esoterisk; mystisk; hemlig; svårtillgänglig; fördold; sekret | ↔ arcane — understood by only a few; obscure |
• duister | → mörk | ↔ dark — having an absolute or relative lack of light |
• duister | → mörk | ↔ dark — hidden, secret |
• duister | → mörk | ↔ obscure — dark, faint or indistinct |
• duister | → obemärkt; ringa | ↔ obscur — Où il y a peu, où il n’y a pas de lumière. |
• duister | → dunkelhet; mörker | ↔ obscurité — absence partielle ou totale de lumière. |
• duister | → oklar | ↔ touffu — Qui est en touffe, qui est épais, bien garnir. |