Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. duchtig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor duchtig (Nederlands) in het Zweeds

duchtig:

duchtig bijvoeglijk naamwoord

  1. duchtig (danig; behoorlijk)
    avsevärd; ansenlig

Vertaal Matrix voor duchtig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansenlig behoorlijk; danig; duchtig aanzienlijk; deftig; eerbiedwekkend; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
avsevärd behoorlijk; danig; duchtig aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel

Verwante woorden van "duchtig":

  • duchtiger, duchtigere, duchtige

Wiktionary: duchtig


Cross Translation:
FromToVia
duchtig duktig tüchtig — zu etwas geeignet, in der Lage
duchtig sträng sévère — Qui est rigide, sans indulgence.