Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor droog (Nederlands) in het Zweeds
droog:
Vertaal Matrix voor droog:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förtorkad | droog; schraal; schriel | |
förtorkat | droog; schraal; schriel | |
skadat av torka | droog; schraal; schriel | |
torkad | dor; droog; verdord | opgedroogd |
torkat | dor; droog; verdord | opgedroogd |
torr | droog; schraal; schriel | droge; leukweg; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald |
torrt | droog; schraal; schriel | bar; droge; droogjes; leukweg; muf; onbegroeid; oubakken; oud; oudbakken; plat; regenarm; verschaald |
uttorkat | droog; schraal; schriel | regenarm |
Verwante woorden van "droog":
Antoniemen van "droog":
Verwante definities voor "droog":
droog vorm van drogen:
-
drogen (droogmaken; afdrogen)
-
drogen (opdrogen)
-
drogen (doen drogen)
Conjugations for drogen:
o.t.t.
- droog
- droogt
- droogt
- drogen
- drogen
- drogen
o.v.t.
- droogde
- droogde
- droogde
- droogden
- droogden
- droogden
v.t.t.
- heb gedroogd
- hebt gedroogd
- heeft gedroogd
- hebben gedroogd
- hebben gedroogd
- hebben gedroogd
v.v.t.
- had gedroogd
- had gedroogd
- had gedroogd
- hadden gedroogd
- hadden gedroogd
- hadden gedroogd
o.t.t.t.
- zal drogen
- zult drogen
- zal drogen
- zullen drogen
- zullen drogen
- zullen drogen
o.v.t.t.
- zou drogen
- zou drogen
- zou drogen
- zouden drogen
- zouden drogen
- zouden drogen
en verder
- is gedroogd
- zijn gedroogd
diversen
- droog!
- droogt!
- gedroogd
- drogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor drogen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
torka | droogheid; droogte | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
torka | doen drogen; drogen | |
torka av | afdrogen; drogen; droogmaken | afvegen; afwissen |
torka upp | drogen; opdrogen | opdweilen |
torka ut | drogen; opdrogen | dehydreren |