Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor dromen (Nederlands) in het Zweeds
dromen:
-
dromen
Conjugations for dromen:
o.t.t.
- droom
- droomt
- droomt
- dromen
- dromen
- dromen
o.v.t.
- droomde
- droomde
- droomde
- droomden
- droomden
- droomden
v.t.t.
- heb gedroomd
- hebt gedroomd
- heeft gedroomd
- hebben gedroomd
- hebben gedroomd
- hebben gedroomd
v.v.t.
- had gedroomd
- had gedroomd
- had gedroomd
- hadden gedroomd
- hadden gedroomd
- hadden gedroomd
o.t.t.t.
- zal dromen
- zult dromen
- zal dromen
- zullen dromen
- zullen dromen
- zullen dromen
o.v.t.t.
- zou dromen
- zou dromen
- zou dromen
- zouden dromen
- zouden dromen
- zouden dromen
diversen
- droom!
- droomt!
- gedroomd
- dromend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor dromen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
drömma | dromen | mijmeren |
Verwante woorden van "dromen":
Wiktionary: dromen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dromen | → drömma | ↔ dream — see imaginary events while sleeping |
• dromen | → drömma | ↔ dream — to hope, to wish |
• dromen | → drömma | ↔ rêver — Faire des rêves dormir. — note S’emploie absolument et intransitivement, ou transitivement en parlant de l’objet même du rêve. |
• dromen | → drömma | ↔ songer — (vieilli) voir en songe, rêver. |