Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. drieluik:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor drieluik (Nederlands) in het Zweeds

drieluik:

drieluik [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het drieluik
    triptyk
    • triptyk [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor drieluik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
triptyk drieluik triptiek

Verwante woorden van "drieluik":

  • drieluiken