Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. drammen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor drammen (Nederlands) in het Zweeds

drammen:

drammen werkwoord (dram, dramt, dramde, dramden, gedramd)

  1. drammen (zeuren; aandringen; doordrukken; doordrammen)
    tjata
    • tjata werkwoord (tjatar, tjatade, tjatat)

Conjugations for drammen:

o.t.t.
  1. dram
  2. dramt
  3. dramt
  4. drammen
  5. drammen
  6. drammen
o.v.t.
  1. dramde
  2. dramde
  3. dramde
  4. dramden
  5. dramden
  6. dramden
v.t.t.
  1. heb gedramd
  2. hebt gedramd
  3. heeft gedramd
  4. hebben gedramd
  5. hebben gedramd
  6. hebben gedramd
v.v.t.
  1. had gedramd
  2. had gedramd
  3. had gedramd
  4. hadden gedramd
  5. hadden gedramd
  6. hadden gedramd
o.t.t.t.
  1. zal drammen
  2. zult drammen
  3. zal drammen
  4. zullen drammen
  5. zullen drammen
  6. zullen drammen
o.v.t.t.
  1. zou drammen
  2. zou drammen
  3. zou drammen
  4. zouden drammen
  5. zouden drammen
  6. zouden drammen
diversen
  1. dram!
  2. dramt!
  3. gedramd
  4. drammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor drammen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjata aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren betuttelen; etteren; griepen; jennen; klieren; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zeiken; zieken