Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. drager:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor drager (Nederlands) in het Zweeds

drager:

drager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de drager (eigenaar; houder; bezitter)
    ägare
    • ägare [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de drager (kruier; bagagedrager; sjouwer)
    bärare
    • bärare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor drager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bärare bagagedrager; drager; kruier; sjouwer brenger; draagstel; hulpjes; loopjongens; toonder; vrachtvaarder
ägare bezitter; drager; eigenaar; houder bezitster; café-eigenaar; eigenaar; eigenares; exploitant; kroegbaas; vrouwelijke eigenaar; waard

Verwante woorden van "drager":

  • dragers

Wiktionary: drager


Cross Translation:
FromToVia
drager stöd appui — Ce qui sert à soutenir une chose ou une personne pour l’empêcher de tomber, de chanceler, etc.