Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dorst hebben:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dorst hebben (Nederlands) in het Zweeds

dorst hebben:

dorst hebben werkwoord (heb dorst, hebt dorst, heeft dorst, had dorst, hadden dorst, dorst gehad)

  1. dorst hebben
    törsta
    • törsta werkwoord (törstar, törstade, törstat)
  2. dorst hebben
    vara törstig; törsta
    • vara törstig werkwoord (är törstig, var törstig, varit törstig)
    • törsta werkwoord (törstar, törstade, törstat)

Conjugations for dorst hebben:

o.t.t.
  1. heb dorst
  2. hebt dorst
  3. heeft dorst
  4. hebben dorst
  5. hebben dorst
  6. hebben dorst
o.v.t.
  1. had dorst
  2. had dorst
  3. had dorst
  4. hadden dorst
  5. hadden dorst
  6. hadden dorst
v.t.t.
  1. heb dorst gehad
  2. hebt dorst gehad
  3. heeft dorst gehad
  4. hebben dorst gehad
  5. hebben dorst gehad
  6. hebben dorst gehad
v.v.t.
  1. had dorst gehad
  2. had dorst gehad
  3. had dorst gehad
  4. hadden dorst gehad
  5. hadden dorst gehad
  6. hadden dorst gehad
o.t.t.t.
  1. zal dorst hebben
  2. zult dorst hebben
  3. zal dorst hebben
  4. zullen dorst hebben
  5. zullen dorst hebben
  6. zullen dorst hebben
o.v.t.t.
  1. zou dorst hebben
  2. zou dorst hebben
  3. zou dorst hebben
  4. zouden dorst hebben
  5. zouden dorst hebben
  6. zouden dorst hebben
diversen
  1. heb dorst!
  2. dorst gehad
  3. dorst hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dorst hebben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
törsta dorst hebben
vara törstig dorst hebben

Verwante vertalingen van dorst hebben