Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dor (Nederlands) in het Zweeds

dor:

dor bijvoeglijk naamwoord

  1. dor (verdord; droog)
    torkat; torkad
  2. dor (schraal)
    kargt; öde; fattig; fattigt; ödsligt; ofruktbar; ofruktbart

Vertaal Matrix voor dor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
öde fortuintje; levenslot; lot; lotsbestemming; predestinatie; voorbeschikking
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fattig dor; schraal arm; armetierig; armzalig; berooid; karig; mager; pover; schamel; schraal
fattigt dor; schraal arm; armetierig; armzalig; berooid; karig; mager; pover; schamel; schraal
kargt dor; schraal
ofruktbar dor; schraal improduktief; infertiel; onproduktief; onvruchtbaar
ofruktbart dor; schraal improduktief; infertiel; onproduktief; onvruchtbaar
torkad dor; droog; verdord opgedroogd
torkat dor; droog; verdord opgedroogd
öde dor; schraal afgezonderd; desolaat; eenzaam; uitgestorven; verlaten
ödsligt dor; schraal uitgestorven; vereenzaamd

Verwante woorden van "dor":