Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. doortrokken:
  2. doortrekken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doortrokken (Nederlands) in het Zweeds

doortrokken:

doortrokken bijvoeglijk naamwoord

  1. doortrokken (doordrongen; vervuld)
    blöt; genomblöt; genomblött; blötlagt; blötlagd

Vertaal Matrix voor doortrokken:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blöt doordrongen; doortrokken; vervuld humide; nat; vochtig
blötlagd doordrongen; doortrokken; vervuld doorweekt
blötlagt doordrongen; doortrokken; vervuld doorweekt
genomblöt doordrongen; doortrokken; vervuld doornat; drijfnat; kleddernat; kletsnat; poedelnat; sliknat; zeiknat
genomblött doordrongen; doortrokken; vervuld afgeweekt; doornat; drijfnat; kleddernat; kletsnat; poedelnat; sliknat; zeiknat

doortrekken:

doortrekken werkwoord (trek door, trekt door, trok door, trokken door, doorgetrokken)

  1. doortrekken (wegspoelen; doorspoelen; spoelen)
    spola ut
    • spola ut werkwoord (spolar ut, spolade ut, spolat ut)

Conjugations for doortrekken:

o.t.t.
  1. trek door
  2. trekt door
  3. trekt door
  4. trekken door
  5. trekken door
  6. trekken door
o.v.t.
  1. trok door
  2. trok door
  3. trok door
  4. trokken door
  5. trokken door
  6. trokken door
v.t.t.
  1. heb doorgetrokken
  2. hebt doorgetrokken
  3. heeft doorgetrokken
  4. hebben doorgetrokken
  5. hebben doorgetrokken
  6. hebben doorgetrokken
v.v.t.
  1. had doorgetrokken
  2. had doorgetrokken
  3. had doorgetrokken
  4. hadden doorgetrokken
  5. hadden doorgetrokken
  6. hadden doorgetrokken
o.t.t.t.
  1. zal doortrekken
  2. zult doortrekken
  3. zal doortrekken
  4. zullen doortrekken
  5. zullen doortrekken
  6. zullen doortrekken
o.v.t.t.
  1. zou doortrekken
  2. zou doortrekken
  3. zou doortrekken
  4. zouden doortrekken
  5. zouden doortrekken
  6. zouden doortrekken
en verder
  1. is doorgetrokken
  2. zijn doorgetrokken
diversen
  1. trek door!
  2. trekt door!
  3. doorgetrokken
  4. doortrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doortrekken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spola ut doorspoelen; doortrekken; spoelen; wegspoelen

Verwante definities voor "doortrekken":

  1. met water schoonspoelen1
    • je moet de WC doortrekken1

Wiktionary: doortrekken


Cross Translation:
FromToVia
doortrekken spola flush — to cleanse a toilet by introducing lots of water
doortrekken genomsyra imbue — to permeate or impregnate completely
doortrekken förlänga allonger — Traductions à trier suivant le sens
doortrekken förlänga prolongerfaire durer plus longtemps.