Nederlands
Uitgebreide vertaling voor doorgesneden (Nederlands) in het Zweeds
doorgesneden:
-
doorgesneden
genomskuret; avskuret; genomskuren-
genomskuret bijvoeglijk naamwoord
-
avskuret bijvoeglijk naamwoord
-
genomskuren bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor doorgesneden:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avskuret | doorgesneden | |
genomskuren | doorgesneden | |
genomskuret | doorgesneden |
doorsnijden:
-
doorsnijden
Conjugations for doorsnijden:
o.t.t.
- snijd door
- snijdt door
- snijdt door
- snijden door
- snijden door
- snijden door
o.v.t.
- sneed door
- sneed door
- sneed door
- sneden door
- sneden door
- sneden door
v.t.t.
- heb doorgesneden
- hebt doorgesneden
- heeft doorgesneden
- hebben doorgesneden
- hebben doorgesneden
- hebben doorgesneden
v.v.t.
- had doorgesneden
- had doorgesneden
- had doorgesneden
- hadden doorgesneden
- hadden doorgesneden
- hadden doorgesneden
o.t.t.t.
- zal doorsnijden
- zult doorsnijden
- zal doorsnijden
- zullen doorsnijden
- zullen doorsnijden
- zullen doorsnijden
o.v.t.t.
- zou doorsnijden
- zou doorsnijden
- zou doorsnijden
- zouden doorsnijden
- zouden doorsnijden
- zouden doorsnijden
en verder
- is doorgesneden
- zijn doorgesneden
diversen
- snijd door!
- snijdt door!
- doorgesneden
- doorsnijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor doorsnijden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skiva | album; elpee; feestavond; feestje; fiche; grammofoonplaat; lp; moot; party; plaat; plak; plakje; record; schijfje; tranche; viering | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skiva | doorsnijden | |
skiva upp | doorsnijden |