Nederlands
Uitgebreide vertaling voor doorgegeven (Nederlands) in het Zweeds
doorgegeven:
-
doorgegeven (verder gegeven)
Vertaal Matrix voor doorgegeven:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gå runt | rondlopen; rondwaren; rondzwalken | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gå runt | doorgegeven; verder gegeven | |
runt givet | doorgegeven; verder gegeven |
doorgeven:
-
doorgeven (doorvertellen; rondvertellen; doorspelen; rondbrieven)
-
doorgeven (verder reiken)
skicka vidare-
skicka vidare werkwoord
-
-
doorgeven
Conjugations for doorgeven:
o.t.t.
- geef door
- geeft door
- geeft door
- geven door
- geven door
- geven door
o.v.t.
- gaf door
- gaf door
- gaf door
- gaven door
- gaven door
- gaven door
v.t.t.
- heb doorgegeven
- hebt doorgegeven
- heeft doorgegeven
- hebben doorgegeven
- hebben doorgegeven
- hebben doorgegeven
v.v.t.
- had doorgegeven
- had doorgegeven
- had doorgegeven
- hadden doorgegeven
- hadden doorgegeven
- hadden doorgegeven
o.t.t.t.
- zal doorgeven
- zult doorgeven
- zal doorgeven
- zullen doorgeven
- zullen doorgeven
- zullen doorgeven
o.v.t.t.
- zou doorgeven
- zou doorgeven
- zou doorgeven
- zouden doorgeven
- zouden doorgeven
- zouden doorgeven
en verder
- is doorgegeven
- zijn doorgegeven
diversen
- geef door!
- geeft door!
- doorgegeven
- doorgevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor doorgeven:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ge vidare | doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen | |
skicka vidare | doorgeven; verder geven; verder reiken | nazenden |
skvallra | doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen | doorslaan; flappen; klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden |
sprida | doorgeven | spreiden; verwijden; voortwoekeren; wijder maken; zich verder verspreiden |