Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal doofheid

Vertaal doofheid van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

doofheid:
- dövhet; döv
doof:
- döv; dövt
Wiktionary:
- doofheid → dövhet
- doof → döv, ovass

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doofheid (Nederlands) in het Zweeds

doofheid:

doofheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de doofheid
dövhet
- dövhet [-en] zelfstandig naamwoord
de doofheid
döv
- döv bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor doofheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dövhet	doofheid	hardhorendheid; hardhorigheid; slechthorendheid
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
döv	doofheid	doof

Verwante woorden van "doofheid":

doof

Wiktionary: doofheid

doofheid

noun

het onvermogen geluid waar te nemen
- doofheid → dövhet

doofheid vorm van doof:

doof bijvoeglijk naamwoord

doof
döv; dövt
- döv bijvoeglijk naamwoord
- dövt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor doof:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
döv	doof	doofheid
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dövt	doof

Verwante woorden van "doof":

doofheid

Verwante definities voor "doof":

wie niet goed kan horen¹
- je hoeft niet te schreeuwen, ik ben niet doof!¹

Wiktionary: doof

Cross Translation:

From	To	Via
• doof	→ döv	↔ deaf — unable to hear
• doof	→ ovass; döv	↔ sourd — Qui est privé du sens de l’ouïe

¹Muiswerk Woordenboek