Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dienstvaardigheid:
  2. dienstvaardig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dienstvaardigheid (Nederlands) in het Zweeds

dienstvaardigheid:

dienstvaardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de dienstvaardigheid (dienstbaarheid; gedienstigheid)
    samtycke; beredvillighet; eftergift

Vertaal Matrix voor dienstvaardigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beredvillighet dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstigheid behulpzaamheid; dienstwilligheid; hulpvaardigheid
eftergift dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstigheid
samtycke dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstigheid accoord; eensgezindheid; eenstemmigheid; goedkeuring; jawoord; toestemming; unanimiteit; welbevinden

Verwante woorden van "dienstvaardigheid":


dienstvaardig:

dienstvaardig bijvoeglijk naamwoord

  1. dienstvaardig
    förekommande; tillmötesgående; tjänstvilligt

Vertaal Matrix voor dienstvaardig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillmötesgående toeschietelijkheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förekommande dienstvaardig bereidwillig; charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend
tillmötesgående dienstvaardig bereidwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend
tjänstvilligt dienstvaardig behulpzaam; bereidwillig; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; genegen; inschikkelijk; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend; willig

Verwante woorden van "dienstvaardig":