Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dienaar (Nederlands) in het Zweeds

dienaar:

dienaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dienaar (dienstknecht; knecht)
    tjänare; betjänt; hembiträde; gårdskarl

Vertaal Matrix voor dienaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betjänt dienaar; dienstknecht; knecht bediende; butler; dienstbode; dienstmeisje; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; knecht
gårdskarl dienaar; dienstknecht; knecht
hembiträde dienaar; dienstknecht; knecht dienstboden; huisknecht; meiden
tjänare dienaar; dienstknecht; knecht bediende; bodes; dienaars; dienares; dienstbode; dienstbodes; dienstmeisje; huishoudelijke hulp; knecht; meiden; onderdanen; oppasser

Verwante woorden van "dienaar":


Wiktionary: dienaar


Cross Translation:
FromToVia
dienaar betjänt; dräng; tjänare; städerska; städhjälp; tjänarinna; tjänstflicka; husdjur domestiquepersonnel d'intérieur assurant le service et les travaux ménagers.
dienaar betjänt; dräng; tjänare serviteur — Celui qui est au service d’une personne ou d’une collectivité.