Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. desillusie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor desillusie (Nederlands) in het Zweeds

desillusie:

desillusie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de desillusie (ontgoocheling; teleurstelling)
    besvikelse; desillusionering

Vertaal Matrix voor desillusie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besvikelse desillusie; ontgoocheling; teleurstelling afknapper; fiasco; flop; laten zakken; misrekening; misslag; neerlaten; ontgoocheling; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
desillusionering desillusie; ontgoocheling; teleurstelling

Verwante woorden van "desillusie":

  • desillusies

Wiktionary: desillusie


Cross Translation:
FromToVia
desillusie besvikelse; missräkning déception — Fait d’décevoir ou de subir une situation inférieure à ses attentes.