Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. depot:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor depot (Nederlands) in het Zweeds

depot:

depot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de depot (opslagplaats; warenhuis; pakhuis; )
    depå; lager; magasin
    • depå [-en] zelfstandig naamwoord
    • lager [-ett] zelfstandig naamwoord
    • magasin [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de depot (bezinksel; residu; sediment; )
    lämning; rest; avlagring; sediment
    • lämning [-en] zelfstandig naamwoord
    • rest [-en] zelfstandig naamwoord
    • avlagring [-en] zelfstandig naamwoord
    • sediment [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor depot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avlagring afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
depå bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
lager bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis aanvoer; berging; bewaarplaats; coating; geweerlades; goederenloods; goederenopslagruimte; goederenvoorraad; laag; magazijnen; opslag; opslagplaats; pakhuizen; toevoer; voorraad
lämning afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
magasin bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis blaadje; blad; magazijnen; opslag; opslagplaats; pakhuizen; tijdschrift
rest afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel greep; kolf; residu; residu's; staartje
sediment afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel sedimenten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lager bewaarplaats

Verwante woorden van "depot":


Wiktionary: depot


Cross Translation:
FromToVia
depot lager Lager — Raum oder Gebäude zur geordneten Unterbringung von Waren