Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. debiteuren:
  2. debiteur:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor debiteuren (Nederlands) in het Zweeds

debiteuren:

debiteuren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de debiteuren (schuldenaars)
    gäldenärer

Vertaal Matrix voor debiteuren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gäldenärer debiteuren; schuldenaars

Verwante woorden van "debiteuren":


debiteur:

debiteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de debiteur
    gäldenär

Vertaal Matrix voor debiteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gäldenär debiteur debiteure; schuldenaar

Verwante woorden van "debiteur":


Wiktionary: debiteur


Cross Translation:
FromToVia
debiteur gäldenär debtor — a person or firm that owes money