Nederlands
Uitgebreide vertaling voor de strijd aanbinden (Nederlands) in het Zweeds
de strijd aanbinden:
de strijd aanbinden werkwoord (bind de strijd aan, bindt de strijd aan, bond de strijd aan, bonden de stijd aan, de strijd aangebonden)
-
de strijd aanbinden
Conjugations for de strijd aanbinden:
o.t.t.
- bind de strijd aan
- bindt de strijd aan
- bindt de strijd aan
- binden de strijd aan
- binden de strijd aan
- binden de strijd aan
o.v.t.
- bond de strijd aan
- bond de strijd aan
- bond de strijd aan
- bonden de stijd aan
- bonden de stijd aan
- bonden de stijd aan
v.t.t.
- heb de strijd aangebonden
- hebt de strijd aangebonden
- heeft de strijd aangebonden
- hebben de strijd aangebonden
- hebben de strijd aangebonden
- hebben de strijd aangebonden
v.v.t.
- had de strijd aangebonden
- had de strijd aangebonden
- had de strijd aangebonden
- hadden de strijd aangebonden
- hadden de strijd aangebonden
- hadden de strijd aangebonden
o.t.t.t.
- zal de strijd aanbinden
- zult de strijd aanbinden
- zal de strijd aanbinden
- zullen de strijd aanbinden
- zullen de strijd aanbinden
- zullen de strijd aanbinden
o.v.t.t.
- zou de strijd aanbinden
- zou de strijd aanbinden
- zou de strijd aanbinden
- zouden de strijd aanbinden
- zouden de strijd aanbinden
- zouden de strijd aanbinden
diversen
- bind de strijd aan!
- bindt de strijd aan!
- de strijd aangebonden
- de strijd aanbindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor de strijd aanbinden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kämpa | de strijd aanbinden | knokken; matten; met iemand worstelen; strijden; strijden tegen; touwtrekken; vechten; vechten tegen; worstelen |