Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. daling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor daling (Nederlands) in het Zweeds

daling:

daling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de daling (afdaling; landing)
    nerstigning
  2. de daling (minder worden; afname; terugloop; val)
    nedgång; förfall; avtagande
  3. de daling (terugloop; vermindering; afname; teruggang)
    avtagning; minskning

Vertaal Matrix voor daling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avtagande afname; daling; minder worden; terugloop; val achteruitgang; afzwakking; korten; krimpen; minderen; ontnemen; sluiereffect; vermindering; verval
avtagning afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering
förfall afname; daling; minder worden; terugloop; val afrotten; decadentie; verlies van normen en waarden; verloedering; verval; verwording
minskning afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering achteruitgang; afname voorraad; inkrimping; kleiner maken; reduceren; reductie; verkleining; vermindering; verval
nedgång afname; daling; minder worden; terugloop; val afnames; afrotten; afzwakking; decadentie; vermindering; verval; vervallingen; verwording
nerstigning afdaling; daling; landing
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avtagande achteruitgaand; afnemend; minderend; slinkend; tanend; verminderend; vervallend; zwemend

Verwante woorden van "daling":

  • dalingen

Wiktionary: daling


Cross Translation:
FromToVia
daling förödmjukelse abaissementaction d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.

Verwante vertalingen van daling