Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. couvert:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor couvert (Nederlands) in het Zweeds

couvert:

couvert [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het couvert (enveloppe; omslag; wikkel)
    kuvert
    • kuvert [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. het couvert (eetgerei; bestek)
    bestick
    • bestick [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. het couvert (maaltijdgang)
    couvert

Vertaal Matrix voor couvert:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestick bestek; couvert; eetgerei eetservies; servies
couvert couvert; maaltijdgang
kuvert couvert; enveloppe; omslag; wikkel briefomslag; couverts; envelop; enveloppen

Verwante woorden van "couvert":