Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. courant:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor courant (Nederlands) in het Zweeds

courant:

courant bijvoeglijk naamwoord

  1. courant (gangbaar; gebruikelijk; gewoon)
    vanlig; gängse; vanligt; allmänt

courant [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de courant (krant; dagblad)
    tidning
    • tidning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor courant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tidning courant; dagblad; krant bericht; blad; krant; maandblad; magazine; paperassen; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
allmänt G; General
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allmänt courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon algemeen; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; generaal; gewoon; globaal; in grote lijnen; meestens; normaal; over het geheel; overwegend
gängse courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon heerszuchtig
vanlig courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; doodgewoon; eenvoudig; gewoon; merendeel; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair
vanligt courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; alledaagse; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; gewoontegetrouw; merendeel; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair

Verwante woorden van "courant":

  • couranten, couranter, courantere, courantst, courantste, courante

Antoniemen van "courant":


Verwante definities voor "courant":

  1. komt veel voor, wordt veel gebruikt1
    • het model van dit apparaat is erg courant1

Wiktionary: courant


Cross Translation:
FromToVia
courant dagblad; journal journaldocument qui recenser par ordre chronologique les événements pour une période donnée.

Verwante vertalingen van courant