Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kvickt
|
|
stroomversnelling
|
rätt
|
|
balie; gerecht; gerechtigheid; gerechtshof; hof; recht; rechtbank; rechtscollege; rechtspleging; rechtspraak; schotel; tribunaal
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
goed; juist
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
begåvad
|
bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen
|
begåvat
|
bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
snugger
|
felfri
|
correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
|
feilloos; foutloos; gaaf; loepzuiver; onaangetast; perfekt; puntgaaf; zuiver
|
felfritt
|
correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
|
feilloos; foutloos; gaaf; loepzuiver; onaangetast; perfekt; puntgaaf; zuiver
|
fyndigt
|
bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
|
förståndig
|
bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
|
klokt
|
bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
aan te prijzen; aanbevelenswaardig; bevattelijk; geniaal; gis; goedleers; preuts; raadzaam; rationeel; redelijk; schrander; slim; snugger; vernuftig; verstandelijk; vlug van begrip
|
korrekt
|
correct; goed; juist; juiste; keurig; onberispelijk; onbesproken; precies
|
akkoord; in orde; mee eens
|
kvick
|
bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
dra; eerstdaags; gauw; gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spoedig; uitgeslapen; weldra
|
kvickt
|
bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
alert; gevat; oplettend; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; wakker
|
ofelbart
|
correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
|
duidelijk; herkenbaar; loepzuiver; onfeilbaar; onmiskenbaar
|
oklanderligt
|
correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
|
|
riktig
|
correct; goed; juist; precies
|
accuraat; echt; effectief; gepaste; geschikte; heus; metterdaad; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; reëel; secuur; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
|
riktigt
|
correct; goed; juist; juiste; precies
|
accuraat; adequaat; gepast; gepaste; geschikt; geschikte; juist; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; passend; precies; secuur; trefzeker
|
rätt
|
correct; juiste
|
|
syndfri
|
correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
|
|
syndfritt
|
correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
|
|
talangfull
|
bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
snugger
|
talangfullt
|
bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
snugger
|