Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. contexten:
  2. context:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor contexten (Nederlands) in het Zweeds

contexten:

contexten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de contexten (zinsverbanden; samenhangen; verbanden)
    sammanhang; kontexter

Vertaal Matrix voor contexten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kontexter contexten; samenhangen; tekstverbanden; verbanden; zinsverbanden
sammanhang contexten; samenhangen; tekstverbanden; verbanden; zinsverbanden cohesie; connectie; context; link; omstandigheden; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; zinsverband

Verwante woorden van "contexten":


context:

context [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de context (omstandigheden)
    sammanhang; kontext
  2. de context (tekstverband)
    kontext; språkligt sammanhang
  3. de context
    sammanhang

Vertaal Matrix voor context:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kontext context; omstandigheden; tekstverband; zinsverband
sammanhang context; omstandigheden; zinsverband cohesie; connectie; contexten; link; onderling verband; relatie; samenhang; samenhangen; schakel; tekstverbanden; verband; verbanden; zinsverbanden
språkligt sammanhang context; tekstverband

Verwante woorden van "context":


Wiktionary: context


Cross Translation:
FromToVia
context kontext context — text in which a word appears
context kontext; sammanhang context — circumstances or settings

Computer vertaling door derden: