Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. conciërges:
  2. conciërge:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor conciërges (Nederlands) in het Zweeds

conciërges:

conciërges [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de conciërges (huismeesters)
    följe; uppvaktning
  2. de conciërges (schoolbewaarders)
    vaktmästare; uppsyningsmän

Vertaal Matrix voor conciërges:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
följe conciërges; huismeesters escorte; geleide; optocht; stoet; suite; volgstoet
uppsyningsmän conciërges; schoolbewaarders huismeeesters
uppvaktning conciërges; huismeesters
vaktmästare conciërges; schoolbewaarders bewaker; cipier; conciërge; gevangenbewaarder; huisbewaarder; huismeeesters; huismeester; oppasser; ordebewaarder; portier; schoolbewaarder; suppoost; wacht

Verwante woorden van "conciërges":


conciërges vorm van conciërge:

conciërge [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de conciërge (portier)
    vaktmästare; fastighetsskötare
  2. de conciërge (schoolbewaarder)
    vaktmästare; fastighetsskötare; uppsyningsman

Vertaal Matrix voor conciërge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fastighetsskötare conciërge; portier; schoolbewaarder huismeeesters
uppsyningsman conciërge; schoolbewaarder dierverzorger; verzorger
vaktmästare conciërge; portier; schoolbewaarder bewaker; cipier; conciërges; gevangenbewaarder; huisbewaarder; huismeeesters; huismeester; oppasser; ordebewaarder; portier; schoolbewaarders; suppoost; wacht

Verwante woorden van "conciërge":


Wiktionary: conciërge

conciërge
noun
  1. een huisbewaarder, een toezichter in een gebouw

Cross Translation:
FromToVia
conciërge klockare bedeauemployé laïc d’église, préposé au service matériel et à l’ordre, qui a pour insigne une verge ou canne et pour fonction principale de marcher devant les ecclésiastiques, devant les quêteurs, etc., et de leur faire ouvrir passage.

Computer vertaling door derden: