Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cheques:
  2. cheque:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cheques (Nederlands) in het Zweeds

cheques:

cheques [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de cheques
    checkar

Vertaal Matrix voor cheques:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
checkar cheques

Verwante woorden van "cheques":


cheques vorm van cheque:

cheque [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de cheque
    check
    • check [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cheque:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
check cheque schaak

Verwante woorden van "cheque":


Wiktionary: cheque


Cross Translation:
FromToVia
cheque check cheque — a note promising to pay money to a named person or entity
cheque check chèquebillet à vue et au porteur sur un établissement de crédit, où le tireur a une provision de fonds.