Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. chassis:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor chassis (Nederlands) in het Zweeds

chassis:

chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de chassis (onderstel)
    chassis
  2. de chassis (geraamte)
    skal; chassi; ram; stomme; skelett
    • skal [-ett] zelfstandig naamwoord
    • chassi [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ram [-en] zelfstandig naamwoord
    • stomme [-en] zelfstandig naamwoord
    • skelett [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chassis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassi chassis; geraamte
chassis chassis; onderstel
ram chassis; geraamte constitutie; frame; geraamte; gestel; karkas; lijstwerk
skal chassis; geraamte bolster; dop; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; peul; schaal; schelp; schil; vel; verpakking; weergave
skelett chassis; geraamte botten; frame; gebeente; geraamte; karkas; raamwerk; scharminkel; skelet
stomme chassis; geraamte frame; geraamte; karkas; lijstwerk; raamwerk; skelet

Wiktionary: chassis


Cross Translation:
FromToVia
chassis ställning; stomme; chassi; bågar; ram Gestell — Vorrichtung, die für etwas zur Befestigung bzw. als Träger dient
chassis skrov carcasse — Vehicule dépecé