Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cassette:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cassette (Nederlands) in het Zweeds

cassette:

cassette [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de cassette (cassettebandje)
    cassette; band; tape
    • cassette zelfstandig naamwoord
    • band [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tape [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cassette:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
band cassette; cassettebandje aansluiting; band; bandjes; binding; blaaskapel; connectie; draagband; draagriem; fanfare; fanfarekorps; galon; gebondenheid; geluidsband; harmonie; inktlint; kapel; kapellen; koorden; liaison; link; linten; lintje; magneetband; muziekgezelschappen; muziekkorps; omzoming; relatie; samenhang; snoeren; strook; tres; verband; verbinding
cassette cassette; cassettebandje
tape cassette; cassettebandje

Verwante woorden van "cassette":

  • cassetten, cassettes

Verwante definities voor "cassette":

  1. houder met band met geluid en/of beeld1
    • op deze cassette staat de toespraak van de koningin1
  2. kist of koffertje1
    • het bruidspaar kreeg een cassette met bestek1

Wiktionary: cassette


Cross Translation:
FromToVia
cassette skatt cassette — Traductions à trier suivant le sens
cassette ask; dosa coffret — Petit coffre.