Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. caravan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor caravan (Nederlands) in het Zweeds

caravan:

caravan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de caravan
    husvagn
    • husvagn [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor caravan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
husvagn caravan camper; caravans; kampeerauto; kampeerbus; kampeerwagen; stacaravan; woonwagen

Verwante woorden van "caravan":


Verwante definities voor "caravan":

  1. vakantiehuisje op wielen dat achter een auto kan1
    • we gaan deze zomer met de caravan naar Frankrijk1

Wiktionary: caravan

caravan
noun
  1. kampeerwagen, woonwagen, aanhangwagen die kan dienen als woonst