Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. buitenste:
  2. buiten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buitenste (Nederlands) in het Zweeds

buitenste:

buitenste [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. buitenste
    utanför; ute
    • utanför zelfstandig naamwoord
    • ute zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buitenste:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utanför buitenste aanzien; buitenkant; buitensluiting; buitenzijde; exterieur
ute buitenste
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utanför eruit
ute buitenslands; eruit; passé

Verwante woorden van "buitenste":


buiten:

buiten bijvoeglijk naamwoord

  1. buiten (buitenshuis)
    utomhus
  2. buiten (behalve; uitgezonderd; met uitsluiting van)
    utan; med undagtag av
  3. buiten (de natuur in; te velde)
    i naturen

Vertaal Matrix voor buiten:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
i naturen buiten; de natuur in; te velde
med undagtag av behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd
utan behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd; zonder
utom buiten; zonder
utomhus buiten; buitenshuis

Verwante woorden van "buiten":


Antoniemen van "buiten":


Verwante definities voor "buiten":

  1. het niet kunnen missen1
    • hij kan niet buiten zijn hond1
  2. hij wordt niet meegerekend1
    • buiten Ahmed gaat iedereen mee1
  3. niet in iets1
    • het is mooi weer, we gaan naar buiten1

Wiktionary: buiten


Cross Translation:
FromToVia
buiten vischan boondock — rural area
buiten utanför out of — not part of
buiten ut outside — on or towards the outside
buiten utanför outside — on the outside of
buiten ut herausübertragen: außerhalb des Hauses
buiten bortom outrepeau de bouc préparer et cousue pour recevoir des liquides.