Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. buitenlandse:
  2. buitenlands:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buitenlandse (Nederlands) in het Zweeds

buitenlandse:

buitenlandse [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. buitenlandse (vreemdelinge)
    utlänning; främling

Vertaal Matrix voor buitenlandse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
främling buitenlandse; vreemdelinge allochtoon; buitenlander; vreemdeling
utlänning buitenlandse; vreemdelinge allochtoon; buitenlander; vreemdeling

Verwante woorden van "buitenlandse":


Wiktionary: buitenlandse


Cross Translation:
FromToVia
buitenlandse utlänning foreigner — person in a foreign land

buitenlandse vorm van buitenlands:

buitenlands bijvoeglijk naamwoord

  1. buitenlands (uit een vreemd land)
    utländsk
  2. buitenlands (uitlandig)
    utomlands

Vertaal Matrix voor buitenlands:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utländsk buitenlands; uit een vreemd land apart; eigenaardig; overzee; overzees; uitheems; vreemd; zonderling
utomlands buitenlands; uitlandig buitenslands

Verwante woorden van "buitenlands":


Wiktionary: buitenlands


Cross Translation:
FromToVia
buitenlands främmande; utländsk foreign — from a different country
buitenlands utländsk ausländisch — auf das Ausland bezogen oder sich auf das Ausland beziehend, in der Art und Weise des Auslandes; im Ausland ansässig, aus diesem stammend
buitenlands främmande étranger — Relatif à ce qui vient de l’extérieur.

Verwante vertalingen van buitenlandse