Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. broers:
  2. broer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor broers (Nederlands) in het Zweeds

broers:

broers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de broers (broeders)
    bröder

Vertaal Matrix voor broers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bröder broeders; broers

Verwante woorden van "broers":


broers vorm van broer:

broer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de broer (broeder)
    bror
    • bror zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor broer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bror broeder; broer
- broer of zus; zus

Verwante woorden van "broer":


Antoniemen van "broer":


Verwante definities voor "broer":

  1. jongen of man met dezelfde ouders als jij1
    • ik heb twee broers en een zus1

Wiktionary: broer

broer
noun
  1. een mannelijk kind van dezelfde ouders

Cross Translation:
FromToVia
broer brorsa bro — brother; a male sibling
broer bror; broder brother — male sibling
broer bror; broder brother — male having parents in common
broer bror; broder Brudermännliches Geschwisterteil
broer broder; bror frère — Celui qui naître de même père et de même mère.