Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. broddelaars:
  2. broddelaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor broddelaars (Nederlands) in het Zweeds

broddelaars:

broddelaars [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de broddelaars (knoeiers; kladders; klieders)
    fuskare; klåpare

Vertaal Matrix voor broddelaars:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuskare broddelaars; kladders; klieders; knoeiers beunhaas; klungel; klungelaar; klungels; knoeier; koekenbakker; koekhakker; kruk; misleider; prutser; stoethaspel; stumper
klåpare broddelaars; kladders; klieders; knoeiers beunhaas; klungel; klungelaar; klungels; knoeier; knoeiers; knoeipot; knoeipotten; koekenbakker; koekhakker; kruk; morser; morsers; prutser; prutsers; stoethaspel; stumper

Verwante woorden van "broddelaars":


broddelaar:

broddelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de broddelaar (kladderaar; knoeier; klieder; kladder)
    skamfläckar

Vertaal Matrix voor broddelaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skamfläckar broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier schandmerken; schandvlekken

Verwante woorden van "broddelaar":