Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. brevet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brevet (Nederlands) in het Zweeds

brevet:

brevet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het brevet (licentie)
    diplom; fullmakt; certifikat; licens

Vertaal Matrix voor brevet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
certifikat brevet; licentie attest; attesten; beveiligingscertificaat; bewijs; briefje; certificaat; charter; digitaal certificaat; diploma; getuigschriften; oorkonde
diplom brevet; licentie bul; certificaat; charter; diploma; oorkonde; universiteitsdiploma
fullmakt brevet; licentie algemene machtiging; algemene volmacht; autorisatie; fiat; licentie; machtiging; machtigingsformulier; mandaat; procuratie; toestemming; vergunning; volmacht
licens brevet; licentie vergunning
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
certifikat Certificaten

Verwante woorden van "brevet":

  • brevetten

Wiktionary: brevet


Cross Translation:
FromToVia
brevet diplom diplômecharte, titre, acte émaner de princes ou de seigneurs, et relatif à des privilèges, à des fondations, etc.