Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. braaksel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor braaksel (Nederlands) in het Zweeds

braaksel:

braaksel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het braaksel (kots)
    kräk
    • kräk [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor braaksel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kräk braaksel; kots schooier; sloeber

Wiktionary: braaksel


Cross Translation:
FromToVia
braaksel spya vomit — regurgitated former contents of a stomach