Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal braafheid

Vertaal braafheid van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

braafheid:
- dygd
braaf:
- ärlig; ärligt; hederligt; ärofull; ärofullt; hedervärd; hedervärdt; hedersamt
Wiktionary:
- braaf → behjärtad, tapper

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor braafheid (Nederlands) in het Zweeds

braafheid:

braafheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de braafheid
dygd
- dygd [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor braafheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dygd	braafheid

Verwante woorden van "braafheid":

braaf

braaf:

braaf bijvoeglijk naamwoord

braaf (zoet; lief; voorbeeldig; deugdzaam)
ärlig; ärligt
- ärlig bijvoeglijk naamwoord
- ärligt bijvoeglijk naamwoord
braaf (rechtschapen; rechtvaardig; eerlijk; rechtgeaard)
hederligt; ärofull; ärofullt; hedervärd; hedervärdt; hedersamt
- hederligt bijvoeglijk naamwoord
- ärofull bijvoeglijk naamwoord
- ärofullt bijvoeglijk naamwoord
- hedervärd bijvoeglijk naamwoord
- hedervärdt bijvoeglijk naamwoord
- hedersamt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor braaf:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	gehoorzaam; lief; zoet
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hederligt	braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig
hedersamt	braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig	glorierijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; prachtig; schitterend
hedervärd	braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig	achtbaar; achtenswaardig; eerbiedwaardig; eervol
hedervärdt	braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig
ärlig	braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet	eerlijk; ernstig; fair; fideel; ongeveinsd; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rondborstig; ronduit; serieus; trouwhartig; werkelijk menend
ärligt	braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet	deugdzaam; eerlijk; eerzaam; ernstig; fair; fideel; frank; gemeend; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rechttoe; rondborstig; ronduit; serieus; stoutmoedig; trouwhartig; vrij; vrijelijk; vrijmoedig; vrijpostig; vrijuit; werkelijk menend; zedig
ärofull	braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig
ärofullt	braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig

Verwante woorden van "braaf":

braafheid, braafst, braafste

Synoniemen voor "braaf":

gehoorzaam; lief; zoet

Antoniemen van "braaf":

ondeugend; ongehoorzaam; stout

Verwante definities voor "braaf":

wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg¹
- onze hond is altijd braaf¹

Wiktionary: braaf

Cross Translation:

From	To	Via
• braaf	→ behjärtad; tapper	↔ vaillant — Qui a de la vaillance, qui est courageux.

¹Muiswerk Woordenboek