Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bouwvallen:
  2. bouwval:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwvallen (Nederlands) in het Zweeds

bouwvallen:

bouwvallen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de bouwvallen (ruïnes)
    rester; ruiner; lämningar

Vertaal Matrix voor bouwvallen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lämningar bouwvallen; ruïnes
rester bouwvallen; ruïnes etensresten; het overgeblevene; klieken; kliekjes; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant
ruiner bouwvallen; ruïnes bouwval; ruïne

Verwante woorden van "bouwvallen":


bouwval:

bouwval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bouwval (ruïne)
    ruiner
    • ruiner zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bouwval:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ruiner bouwval; ruïne bouwvallen; ruïnes

Verwante woorden van "bouwval":


Wiktionary: bouwval


Cross Translation:
FromToVia
bouwval ruin ruinedépérissement, destruction d’un bâtiment.