Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- bottelen:
-
Wiktionary:
- bottelen → buteljera, buteljering
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bottelen (Nederlands) in het Zweeds
bottelen:
-
bottelen
Conjugations for bottelen:
o.t.t.
- bottel
- bottelt
- bottelt
- bottelen
- bottelen
- bottelen
o.v.t.
- bottelde
- bottelde
- bottelde
- bottelden
- bottelden
- bottelden
v.t.t.
- heb gebotteld
- hebt gebotteld
- heeft gebotteld
- hebben gebotteld
- hebben gebotteld
- hebben gebotteld
v.v.t.
- had gebotteld
- had gebotteld
- had gebotteld
- hadden gebotteld
- hadden gebotteld
- hadden gebotteld
o.t.t.t.
- zal bottelen
- zult bottelen
- zal bottelen
- zullen bottelen
- zullen bottelen
- zullen bottelen
o.v.t.t.
- zou bottelen
- zou bottelen
- zou bottelen
- zouden bottelen
- zouden bottelen
- zouden bottelen
en verder
- is gebotteld
- zijn gebotteld
diversen
- bottel!
- bottelt!
- gebotteld
- bottelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bottelen
-
bottelen
tappning på flaska-
tappning på flaska zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bottelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tappning | bottelen | dronk; slok; teug |
tappning på flaska | bottelen | botteling |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tappa | bottelen | aftappen; biertappen; kwijt raken; tappen; verliezen; verloren gaan |
Verwante woorden van "bottelen":
Wiktionary: bottelen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bottelen | → buteljera | ↔ bottle — seal (a liquid) into a bottle for later consumption |
• bottelen | → buteljering | ↔ embouteillage — Mise en bouteille |