Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bokspringen (Nederlands) in het Zweeds
bokspringen:
-
bokspringen
Conjugations for bokspringen:
o.t.t.
- spring bok
- springt bok
- springt bok
- springen bok
- springen bok
- springen bok
o.v.t.
- sprong bok
- sprong bok
- sprong bok
- sprongen bok
- sprongen bok
- sprongen bok
v.t.t.
- heb bokgesprongen
- hebt bokgesprongen
- heeft bokgesprongen
- hebben bokgesprongen
- hebben bokgesprongen
- hebben bokgesprongen
v.v.t.
- had bokgesprongen
- had bokgesprongen
- had bokgesprongen
- hadden bokgesprongen
- hadden bokgesprongen
- hadden bokgesprongen
o.t.t.t.
- zal bokspringen
- zult bokspringen
- zal bokspringen
- zullen bokspringen
- zullen bokspringen
- zullen bokspringen
o.v.t.t.
- zou bokspringen
- zou bokspringen
- zou bokspringen
- zouden bokspringen
- zouden bokspringen
- zouden bokspringen
diversen
- spring bok!
- springt bok!
- bokgesprongen
- bokspringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bokspringen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hoppa | sprongetje | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
göra luftsprång | bokspringen | |
hoppa | bokspringen | een sprongetje maken; hinkelen; hinken; hoppen; springen; touwtjespringen |
svinga sig | bokspringen |
Computer vertaling door derden: