Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. boezem:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boezem (Nederlands) in het Zweeds

boezem:

boezem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boezem (riolering; riool; afvoerkanaal; afwateringskanaal)
    drainera; avloppskanal
  2. de boezem (borsten; prammen; tieten)
    tuttar; bröst
    • tuttar zelfstandig naamwoord
    • bröst [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor boezem:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avloppskanal afvoerkanaal; afwateringskanaal; boezem; riolering; riool
bröst boezem; borsten; prammen; tieten boezems; borst; borstkas; buste; ribbenkast; thorax; tors
drainera afvoerkanaal; afwateringskanaal; boezem; riolering; riool
tuttar boezem; borsten; prammen; tieten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drainera droogleggen; indijken; inpolderen

Verwante woorden van "boezem":

  • boezemen, boezems, boezempje, boezempjes

Wiktionary: boezem


Cross Translation:
FromToVia
boezem byst; barm bosom — chest, breast
boezem bröst; barm BusenAnatomie: die weibliche Brust als Ganzes oder speziell der Raum zwischen den einzelnen Brüsten
boezem bröst poitrine — Partie du corps contenant les poumons et le cœur. (Sens général).