Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bochten:
  2. bocht:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bochten (Nederlands) in het Zweeds

bochten:

bochten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de bochten (kurven)
    kurvor
    • kurvor zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bochten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kurvor bochten; kurven bogen

Verwante woorden van "bochten":


bocht:

bocht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bocht (kromming; ronding; draai; kronkel)
    kurva
    • kurva [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de bocht (kromte; kromming; draai)
    kurva; böjning; buktning; krökning

bocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bocht (rotzooi; troep; smerig spul)
    röra; oreda
    • röra [-en] zelfstandig naamwoord
    • oreda [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de bocht (slechte drank)
    avskum; drägg
    • avskum [-ett] zelfstandig naamwoord
    • drägg [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bocht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avskum bocht; slechte drank gajes; uitvaagsel
buktning bocht; draai; kromming; kromte
böjning bocht; draai; kromming; kromte buiging; declineren; draaiing; genegenheid; inclinatie; verbuigen
drägg bocht; slechte drank uitvaagsel
krökning bocht; draai; kromming; kromte kromme
kurva bocht; draai; kromming; kromte; kronkel; ronding buiging; kromme; kromming
oreda bocht; rotzooi; smerig spul; troep chaos; geharrewar; heksenketel; keet; mengvoer; puinhoop; regelloosheid; slordigheid; verwardheid; verwarring; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje
röra bocht; rotzooi; smerig spul; troep afdankertjes; allegaartje; bende; berg; geflikflooi; geklieder; gemier; gerotzooi; gezeur; hoop; hutspot; kliederboel; kliederen; knoeierij; mengelmoes; mengvoer; mikmak; opeenhoping; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; troep; zooi; zootje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kurva buigen; krom buigen; krommen
röra aangaan; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanstoken; belang inboezemen; beroeren; betreffen; bewegen; even aanraken; gaan; mixen; ontroeren; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; slaan op; toucheren; treffen; verroeren; voelen; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zitten aan; zorg inboezemen

Verwante woorden van "bocht":


Verwante definities voor "bocht":

  1. iets dat krom loopt1
    • hier maakt de weg een scherpe bocht1
  2. vieze drank1
    • deze bocht is niet te drinken!1

Wiktionary: bocht

bocht
noun
  1. gebogen weg of pad
  2. een brede baai aan de kustlijn
    • bochtvik

Cross Translation:
FromToVia
bocht böj; krök; kurva bend — curve
bocht kurva curve — gentle bend
bocht bukt; vik BuchtGeografie: eine Gewässerfläche innerhalb einer Einbiegung, Einwärtsbiegung von Küstenlinie und Uferlinien, innerhalb einer dreiseitigen Begrenzung durch Land
bocht bukt; vik baie — Petit golfe marin

Computer vertaling door derden: