Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- blijven steken:
-
Wiktionary:
- blijven steken → fastna
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor blijven steken (Nederlands) in het Zweeds
blijven steken:
blijven steken werkwoord (blijf steken, blijft steken, bleef steken, bleven steken, steken gebleven)
Conjugations for blijven steken:
o.t.t.
- blijf steken
- blijft steken
- blijft steken
- blijven steken
- blijven steken
- blijven steken
o.v.t.
- bleef steken
- bleef steken
- bleef steken
- bleven steken
- bleven steken
- bleven steken
v.t.t.
- ben steken gebleven
- bent steken gebleven
- is steken gebleven
- zijn steken gebleven
- zijn steken gebleven
- zijn steken gebleven
v.v.t.
- was steken gebleven
- was steken gebleven
- was steken gebleven
- waren steken gebleven
- waren steken gebleven
- waren steken gebleven
o.t.t.t.
- zal blijven steken
- zult blijven steken
- zal blijven steken
- zullen blijven steken
- zullen blijven steken
- zullen blijven steken
o.v.t.t.
- zou blijven steken
- zou blijven steken
- zou blijven steken
- zouden blijven steken
- zouden blijven steken
- zouden blijven steken
diversen
- blijf steken!
- blijft steken!
- steken gebleven
- steken blijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
blijven steken (haperen)
fastklistrad-
fastklistrad zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor blijven steken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fastklistrad | blijven steken; haperen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
häfta | blijven steken; haperen; stokken; vastlopen | aanhechten; iets vastkleven; kleven; nieten; plakken; vastlijmen; vastnieten |
klibba fast | blijven steken; haperen; stokken; vastlopen | vastkoeken |
köra fast | blijven steken; haperen; stokken; vastlopen | klem komen; vastlopen |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fastklistrad | aangeplakt |
Wiktionary: blijven steken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• blijven steken | → fastna | ↔ stick — to jam |