Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. binten:
  2. bint:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor binten (Nederlands) in het Zweeds

binten:

binten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de binten (dwarsbalken; balken)
    taktegel; takpanna

Vertaal Matrix voor binten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
takpanna balken; binten; dwarsbalken
taktegel balken; binten; dwarsbalken dakpan; dakpannen; daktegel; daktegels

Verwante woorden van "binten":


binten vorm van bint:

bint [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bint (aardappelsoort)
    potatissort

Vertaal Matrix voor bint:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
potatissort aardappelsoort; bint

Verwante woorden van "bint":