Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor binnenleiden (Nederlands) in het Zweeds
binnenleiden:
-
binnenleiden (binnen brengen)
-
binnenleiden (binnenloodsen)
Conjugations for binnenleiden:
o.t.t.
- leid binnen
- leidt binnen
- leidt binnen
- leiden binnen
- leiden binnen
- leiden binnen
o.v.t.
- leidde binnen
- leidde binnen
- leidde binnen
- leidden binnen
- leidden binnen
- leidden binnen
v.t.t.
- heb binnegeleid
- hebt binnegeleid
- heeft binnegeleid
- hebben binnegeleid
- hebben binnegeleid
- hebben binnegeleid
v.v.t.
- had binnegeleid
- had binnegeleid
- had binnegeleid
- hadden binnegeleid
- hadden binnegeleid
- hadden binnegeleid
o.t.t.t.
- zal binnenleiden
- zult binnenleiden
- zal binnenleiden
- zullen binnenleiden
- zullen binnenleiden
- zullen binnenleiden
o.v.t.t.
- zou binnenleiden
- zou binnenleiden
- zou binnenleiden
- zouden binnenleiden
- zouden binnenleiden
- zouden binnenleiden
en verder
- ben binnegeleid
- bent binnegeleid
- is binnegeleid
- zijn binnegeleid
- zijn binnegeleid
- zijn binnegeleid
diversen
- leid binnen!
- leidt binnen!
- binnegeleid
- binnenleidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor binnenleiden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
eskortera | escorte; geleide; stoet; volgstoet | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bebåda | binnen brengen; binnenleiden | |
eskortera | binnen brengen; binnenleiden | begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen |
införa | binnen brengen; binnenleiden | importeren; inbrengen; inspreken; invoegen; invoeren; opnemen |
inleda | binnen brengen; binnenleiden | beginnen; inluiden; starten |
leda in | binnenleiden; binnenloodsen | |
visa in | binnenleiden; binnenloodsen | deur openen; opendoen voor |
Wiktionary: binnenleiden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• binnenleiden | → anmäla; annonsera; bebåda; introducera; meddela | ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre. |