Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- binnengevallen:
- binnenvallen:
-
Wiktionary:
- binnenvallen → våldgästa
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor binnengevallen (Nederlands) in het Zweeds
binnengevallen:
-
binnengevallen (langsgekomen)
komma förbi-
komma förbi bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor binnengevallen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
komma förbi | aangetroffen worden; aankomen; bezoeken; binnenvallen; inlopen; langskomen; onverwachts langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
komma förbi | binnengevallen; langsgekomen |
binnenvallen:
-
binnenvallen (binnendringen; invallen)
-
binnenvallen (onverwachts langskomen)
Conjugations for binnenvallen:
o.t.t.
- val binnen
- valt binnen
- valt binnen
- vallen binnen
- vallen binnen
- vallen binnen
o.v.t.
- viel binnen
- viel binnen
- viel binnen
- vielen binnen
- vielen binnen
- vielen binnen
v.t.t.
- ben binnengevallen
- bent binnengevallen
- is binnengevallen
- zijn binnengevallen
- zijn binnengevallen
- zijn binnengevallen
v.v.t.
- was binnengevallen
- was binnengevallen
- was binnengevallen
- waren binnengevallen
- waren binnengevallen
- waren binnengevallen
o.t.t.t.
- zal binnenvallen
- zult binnenvallen
- zal binnenvallen
- zullen binnenvallen
- zullen binnenvallen
- zullen binnenvallen
o.v.t.t.
- zou binnenvallen
- zou binnenvallen
- zou binnenvallen
- zouden binnenvallen
- zouden binnenvallen
- zouden binnenvallen
diversen
- val binnen!
- valt binnen!
- binnengevallen
- binnenvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
binnenvallen (invallen)
invaderande-
invaderande zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor binnenvallen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bryta sig in | braak; inbraak; kraak | |
invaderande | binnenvallen; invallen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bryta sig in | binnendringen; binnenvallen; invallen | beroven; binnen breken; binnenbreken; een inbraak doen; inbreken; inbreuk maken; overtreden |
komma förbi | binnenvallen; onverwachts langskomen | aangetroffen worden; aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen |
titta in | binnenvallen; onverwachts langskomen | binnenkijken; binnenwippen; binnenzien; overwippen |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
komma förbi | binnengevallen; langsgekomen |
Wiktionary: binnenvallen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• binnenvallen | → våldgästa | ↔ crash — slang: to turn up without having been invited |