Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor billijkheid (Nederlands) in het Zweeds

billijkheid:

billijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de billijkheid (redelijkheid; schappelijkheid)
    rättvisa; rådighet; förnuftighet

Vertaal Matrix voor billijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förnuftighet billijkheid; redelijkheid; schappelijkheid
rättvisa billijkheid; redelijkheid; schappelijkheid eigenschap van rechtvaardigheid; gerechtigheid; justitia; recht; rechtvaardigheid
rådighet billijkheid; redelijkheid; schappelijkheid

Verwante woorden van "billijkheid":


billijkheid vorm van billijk:

billijk bijvoeglijk naamwoord

  1. billijk (schappelijk; redelijk; geschikt)
    tillräckligt; rimlig; rimligt; tillräcklig; skäligt
  2. billijk (wettig; rechtvaardig; rechtmatig; gewettigd; wetmatig)
    lagligt; berättigat; berättigad; rättmätig; rättmätigt; legitimt
  3. billijk (gerechtvaardigd; rechtmatig)
    rättmätig; rättmätigt; berättigat

Vertaal Matrix voor billijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lagligt legitimiteit; wettigheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berättigad billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig geautoriseerd; nog maar; terecht
berättigat billijk; gerechtvaardigd; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig geautoriseerd; nog maar; terecht
lagligt billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig aannemelijk; geldig; gewettigd; legaal; legitiem; rechtsgeldig; rechtsgeleerd; rechtskundig; valabel; valide; wettelijk; wettig
legitimt billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide
rimlig billijk; geschikt; redelijk; schappelijk behoorlijke; redelijke; tamelijke
rimligt billijk; geschikt; redelijk; schappelijk behoorlijke; redelijke; tamelijke
rättmätig billijk; gerechtvaardigd; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig gerechtigd; gewettigd
rättmätigt billijk; gerechtvaardigd; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig gerechtigd; gewettigd
skäligt billijk; geschikt; redelijk; schappelijk behoorlijke; hebbelijk; redelijke; tamelijke
tillräcklig billijk; geschikt; redelijk; schappelijk basta; bevredigend; genoeg; genoegzaam; in overvloed; passend; sufficiënt; toereikend; voldoende
tillräckligt billijk; geschikt; redelijk; schappelijk basta; bevredigend; genoeg; genoegzaam; in overvloed; passend; sufficiënt; toereikend; voldoende

Verwante woorden van "billijk":

  • billijkheid, billijker, billijkere, billijkst, billijkste, billijke

Wiktionary: billijk


Cross Translation:
FromToVia
billijk rättvis just — morally fair, righteous
billijk riktig juste — Qui est conforme au droit, à la raison et à la justice.