Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. biljet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor biljet (Nederlands) in het Zweeds

biljet:

biljet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het biljet (aanplakbiljet; affiche; poster; plakkaat)
    affisch; poster; anslag; plakat
    • affisch [-en] zelfstandig naamwoord
    • poster zelfstandig naamwoord
    • anslag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • plakat [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor biljet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affisch aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster bord; poster; reclamebord; reclameplaat
anslag aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster aanplakbiljetten; aanvoer; bekendmaking; bestemming; toevoer
plakat aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster aanplakbiljetten
poster aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster muurkrant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plakat ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen

Verwante woorden van "biljet":

  • biljetten, biljetje, biljetjes

Wiktionary: biljet


Cross Translation:
FromToVia
biljet sedel banknote — paper currency
biljet kupong; biljett ticket — billet donnant droit à un accès